Deze versie is aangepast voor online gebruik. De originele, vormgegeven versie kan je hier downloaden:
Wouter Van der Spiegel
Geschiedenis is nooit voltooid verleden tijd werd gesteld in het artikel over sporen van onze koloniale geschiedenis in Aalst (Het Land van Aalst, 2019, nr. 3, p. 125-134). Nog geen jaar later blijkt die geschiedenis springlevend te zijn: in het zog van de ‘Black lives matter’-beweging worden in België standbeelden van koning Leopold II beklad, verwijderd, vergezeld van een ‘tegenbeeld’ of van een begeleidende context. Hiermee wordt de stelling uit het besluit dat de perceptie van bepaalde feiten uit het (verre) verleden kan evolueren of zelfs omslaan in het tegendeel, mooi geïllustreerd met een actueel voorbeeld.
In datzelfde besluit werd ook gewezen op het feit dat het standbeeld in Velzeke van veroveraar Julius Caesar blijkbaar door Vlamingen eerder wordt geassocieerd met het moment waarop onze voorouders deelachtig werden gemaakt aan de rijke cultuur van het Romeinse imperium, eerder dan met een bloedige periode van onderwerping en bezetting. De eerste in een lange reeks…
Maar op dit vlak heeft de actualiteit de geschiedenis ingehaald: tijdens het weekend van 14 juni 2020 werd het standbeeld op het Romeins plein te Zottegem slachtoffer van vandalen. De scepter werd uit de hand van de Romeinse veldheer gewrikt waardoor een aantal vingers afbraken. Op de sokkel werd de naam van Caesar met zwarte verf beklad en daaronder werd het woord ‘krapuul’ aangebracht… De politie gaat eerder uit van een vandalenstreek van jongeren, eerder dan van een politiek geïnspireerde protestactie.
Ondertussen verscheen het in bovenvermeld artikel aangekondigde boek van Dany D’HERDT over een Aalsterse bladzijde in de koloniale geschiedenis van Congo-Vrijstaat (1885-1908)[1]. Aan de hand van een unieke collectie brieven en foto’s van de Aalsterse notariszoon-avonturier Albert BOONE (1869-1908) krijgen we als lezer een plaatsje op de eerste rij van deze kolonisatiepoging. Alostville, de Aalsterse droom in Congo Vrijstaat is het relaas van een poging tot rubberexploitatie in Congo in opdracht van enkele Aalsterse vooraanstaanden. De auteur slaagt erin de val van een al te hagiografisch portret te vermijden door de moeilijke omstandigheden niet te verbloemen, noch door de bezwarende feiten te verzwijgen (alcoholisme en wangedrag, neerslaan van inlandse opstanden, winstbejag, …). Hij heeft er ook goed aan gedaan het ooggetuigenverslag van Albert BOONE te laten vooraf gaan door een algemene situering van de Congopolitiek van koning Leopold II, de internationale context en de diverse Congo-expedities. Het hoofdstukje over de Aalsterse rubberfabriek La Centrale Belge (of in de volksmond Het Katsjoeken) is een belangrijke toevoeging en mocht zelfs iets meer pagina’s beslaan dan de acht die het nu toebedeeld kreeg.
De verzorgde uitgave door uitgeverij Flying Pencil bevat vele originele foto’s en citaten uit de brieven van Albert Boone aan zijn opdrachtgevers en familieleden. Door ook minder scherpe foto’s op te nemen verhoogt de authenticiteit bij de lectuur van deze – bij wijlen – hachelijke onderneming.
De geografische kaartjes zorgen ervoor dat de lezer zich kan oriënteren in het ‘onmetelijke’ koloniale rijk van Leopold II, 80 maal groter dan België of bijna even groot als West-Europa. De alfabetische lijst van personen, plaatsen en ondernemingen achteraan in het boek is een handig hulpmiddel, al had de verwijzing naar de pagina’s het nog handiger gemaakt.
Dit boek toont dat ook de beau monde uit kleinere textielstadjes haar graantje probeerde mee te pikken uit de koloniale exploitatie. Het zou interessant zijn indien de situatie in verband met de kolonisatiepogingen in het koloniaal rijk van Leopold II ook in andere steden in Zuid-Oost-Vlaanderen zou kunnen gereconstrueerd worden.
In verband met deze koloniale problematiek kan vanuit Aalsters oogpunt nog een interessante onderzoeksvraag gesteld worden die verdere uitdieping verdient: hoe stelde priester Daens zich op ten opzichte van Kongo? Dat hij de Kongopolitiek van Leopold II verspilling vond, die beter kon besteed worden aan de verbetering van de situatie van de Vlaamse arbeiders, is bekend. Zijn afkeuring formuleerde hij vaak in krasse bewoordingen: ‘een bestuur van twintig jaar wreedheid om goud af te persen, door afbeuling en foltering’, … In de Daenskrant, Het Land van Aalst, luiden de commentaren even scherp: ‘Men maakt er geen beschaving, men zaait er haat en wrok door wreedheid en geweld’ (27/9/1896), ‘dat regiem van verovering en gouddorst’ (1/11/1908), …
Maar hoe lieten de broers Daens zich uit over Kongo en de Kongolezen? In Het Land van Aalst, wordt Kongo beschreven als ‘een wild land om te beschaven’ (2/8/1891), ‘een rijke doolhof met donkere afgronden’ (1/11/1908) en de Kongolezen als ‘inboorlingen’ of ironisch als ‘de wilden die door soldaten beschaafd moeten worden’ (2/8/1891). In de andere krant van Pieter Daens, De Werkman, klinken de beschrijvingen gelijkaardig: ‘de wilde Afrikanen van den Kongo’ (15/2/1885), ‘de barbaren van den Congo’ (12/4/1885), ‘den wilden Congo’ (6/5/1888), ‘de wildemans’ (15/8/1888), ‘uit dit heidensche land’ (22/10/1892).
Nu worden deze bewoordingen automatisch als totaal niet politiek correct gepercipieerd. Maar dat is een ahistorisch waardeoordeel. Merkwaardig en gelukkig dat perceptie zo grondig kan veranderen. Ondertussen werd in Aalst de mogelijkheid geopperd om de Leopoldlaan te herdopen tot Iwein van Aalst-laan.
PS: Nog een kleine piot uit Zuid-Oost-Vlaanderen wiens naam tussen de plooien van de geschiedenis is verdwenen en in het vorige artikel niet vermeld werd: zuster Maria Judith DE SAEDELEER (° 1869 in Mere, + 1899 in Kindanda). Hiermee komt het totaal van streekgenoten actief in Congo die overleden zijn voor hun 45ste op 11 van de 14.
Wouter Van der Spiegel
Babbelaarstraat 159
9300 Aalst
wouter.vanderspiegel@belgacom.net
[1] Dany D’Herdt, Alostville: de Aalsterse droom in Congo-Vrijstaat, Erembodegem: Flying Pencil, 2019.